Verwen de vogels in je tuin met hun eigen optrekje. Je kan vogelhuisjes in alle maten en kleuren kopen, of ze zelf maken. Elke vogel heeft zijn eigen voorkeuren, maar deze tips hou je best altijd in het achterhoofd:
- Hang je vogelhotel in de schaduw, en minstens 2 m hoog.
- Zorg dat katten er niet aan kunnen.
- Hang de nestkast in de buurt van wat struiken.
- Richt de vliegopening naar het zuidoosten.
- Maak de nestkast één keer per jaar schoon, nadat de laatste jongen zijn uitgevlogen. Gebruik hiervoor een droge borstel. Water is niet nodig en zeep en andere schoonmaakmiddelen gebruik je beter helemaal niet.
Voedertips vind je in onze blog ‘Een luchthaven in je tuin’. In het Woudapen natuurdoeboek vind je nog meer tips en een handige, uitneembare zoekkaart waarmee kinderen leren om de meest voorkomende tuinvogels te herkennen.